Bevergem … Een zalige reeks. Ik vind het geweldig en mijn gezin kan het ook wel waarderen, maar de rest van de familie vindt het niks. Ik hou vooral van de kleine kantjes van de mensen die net een tikkeltje uitvergroot worden. In elke personage herken ik stukjes van mensen uit de omgeving. En hoewel het niet de mooiste kantjes zijn, doen ze me lachen en ernaar kijken zonder enige ergernis.
De bende van de Roste, een groepje van 3 volwassen mannen, de losers van het dorp, bedenken voortdurend plannen om hun dorpsgenoten te pesten. Ik vind pesten echt niet OK, maar toch ontdek ik enig leedvermaak bij mezelf. Als ik heel eerlijk ben, herken ik ook stukjes van mezelf in Bevergem.
Op de klassieke meisjesschool, waar ik tot mijn vijfde middelbaar naartoe ging, telde je enkel mee als je de juiste kledingmerken droeg. Ik voldeed duidelijk niet aan de norm en hoorde er dus niet bij. Ik had toch een zekere geldingsdrang en kon buiten de school goed van mij afbijten. Elke dag nam ik, met een paar vriendinnen, de bus naar school. Aangezien mijn 3 broers met de fiets naar school gingen, had ik weinig last van sociale controle. We maakten ruzie met een groepje jongens die ook op onze bus zaten. In groep waren we stoer en bedachten we manieren om onze “vijanden” te pesten. Op weg naar school heb ik eens een, met bruine schoensmeer besmeurde, onderbroek van mijn vader in de boekentas van één van de jongens gestopt. Dat die jongen misschien, door mijn schuld, gigantisch is uitgelachen in zijn klas, daar lag ik niet van wakker. Ik haalde wel vaker van die fratsen uit. Ik moet er nu om lachen terwijl ik er ergens van binnen ook wel een beetje schuldgevoel knaagt.
Ik weet hoe mijn kinderen zullen reageren wanneer ze dit lezen: de jongste zal moeten lachen en daarna met haar ogen draaien en zuchten. De jongste zoon zal een beetje misprijzend met zijn hoofd schudden, de tweede zal minzaam zeggen dat ik nog zo jong was en niet beter wist en de oudste zal verontwaardigd zijn en hopen dat niemand dit leest. Nu weten ze weer dat hun moeder ook gewoon tiener is geweest.
Ik was als mama nochtans heel streng wanneer er eentje van mij een ander kindje pestte. Dan volgde een gesprek waarin uitgelegd werd wat dit voor het gepeste kind betekende en kreeg mijn zoon of dochter de taak om ervoor te zorgen dat het betreffende kind zich terug goed voelde in de groep. Zij hebben gelukkig een groter verantwoordelijkheidsgevoel dan ik destijds. Misschien lijken ze gewoon meer op hun vader.