Advent, een periode waar bij ons thuis naar uitgekeken wordt. Niet omdat we zo katholiek zijn, maar omdat het een tijd is van kaarsjes, verrassingetjes en veel aandacht voor mekaar. Het gebruik van een adventskalender is bij ons binnen gewaaid via mijn broer die in Duitsland woont. Het begon met een adventskalender van playmobil, toen die in België nog niet bestonden. Het is uitgegroeid naar een persoonlijke kalender voor elk met dagelijks een persoonlijk berichtje, chocolaatje of kleine attentie. Ondertussen komt Sinterklaas op 1 december en hij brengt de adventskalenders.
Vanaf september begin ik stilaan te verzamelen en ik laat me inspireren door wat ik rondom mij zie. Dagelijks een attentie voorzien voor 5 personen, 24 dagen lang vraagt enige voorbereiding. Toen de kinderen nog klein waren, was het hun reden om op te staan. De enkele keren dat ik vergeten was iets in de kalenders te stoppen werden zwaar afgestraft.
Ik heb een paar keer ook voor mezelf een kalender gezet. Het is toch fijn dat de kinderen en/of manlief ook iets kunnen geven aan mij…? Ik ben ermee gestopt omdat er (bijna) nooit iets in mijn kalender zat en ik dat toch iets pijnlijker vond dan ik had verwacht.
Blijkbaar ben ik heel goed in mezelf wegcijferen, de anderen de indruk te geven dat wat ik doe vanzelfsprekend is en te doen alsof ik helemaal geen nood heb aan waardering. 3 talenten van mij… En laat het nu net dat zijn, waar ik een werkpuntje wil van maken.
“Maar geven is geen ruilhandel. Als je het doet om terug te krijgen, is de kans groot dat je ontgoocheld wordt. Geven gaat om verbinden en is onvoorwaardelijk. Dat is toch net wat “moeder zijn”, betekent”, zeg ik tegen mezelf. “maar …”
Wat maakt het uit. Deze keer ga ik weer voor een eigen adventskalender! Nu nog nieuwe spelregels bedenken.